Veelgestelde vragen

De LEACREE-strutmontage wordt geleverd met bovenste veerpootbevestiging, bovenste bevestigingsbus, lager, aanslagrubber, schokdemperstofhoes, schroefveer, veerschotel, onderste isolator en een nieuwe veerpoot.

STRUT MOUNT - Ontworpen om geluid en trillingen te verminderen

BUMP STOP - Helpt de reboundbeweging te controleren

STOFLAK - Beschermt de zuigerstang en de oliekeerring tegen beschadiging

SPIRAALVEER-OE afgestemd, gepoedercoat voor langere levensduur

ZUIGERSTANG - Gepolijste en verchroomde afwerking verbetert de duurzaamheid

PRECISIEKLEPPEN - Biedt uitstekende rijcontrole

HYDRAULISCHE OLIE - Bestand tegen een groot temperatuurbereik voor een consistente rit

LEACREE STRUT - Voertuigspecifiek ontwerp zorgt voor een rijgedrag als nieuw

De LEACREE veerpootconstructie is snel en eenvoudig te installeren. Er is geen veercompressor nodig. Hier zijn enkele algemene richtlijnen voor het vervangen van een complete veerpootconstructie:

1. Het wiel verwijderen
Krik de auto op met een krik en plaats een krikstandaard precies op de juiste plaats volgens de handleiding van de auto. Verwijder vervolgens de bouten en haal het wiel/de band van de auto.

2. De oude veerpoot verwijderen
Verwijder de moeren van de fusee en de stabilisatorstang, maak de veerpoot los van de fusee en verwijder tot slot de bevestigingsbouten van de bumper. Haal de veerpoot nu uit de auto.

3. Vergelijking van de nieuwe en oude veerpoot
Vergeet niet om de onderdelen van uw oude en nieuwe veerpoot te vergelijken voordat u de nieuwe poot monteert. Vergelijk de bevestigingsgaten van de veerpoot, de isolator van de veerschotel, de gaten in de verbindingslijn van de stabilisatorstang en de positie ervan. Dit is erg belangrijk, want elke afwijking zal een perfecte montage van uw nieuwe veerpoot verhinderen.

4. Nieuwe veerpoot monteren
Plaats de nieuwe veerpoot. Zorg ervoor dat je elk onderdeel perfect hebt uitgelijnd zonder kracht te zetten. Krik nu de fusee omhoog zodat je veerpoot in de fusee past. Plaats, net als bij de vorige, elke moer op zijn plaats. Draai de moeren vast.

Nu bent u klaar. Als u zelf de veerpootconstructie wilt vervangen, volgt u gewoon de stapsgewijze instructies. Installatievideohttps://youtu.be/XjO8vnfYLwU

In elke schokdemper zit een zuiger die olie door kleine gaatjes perst terwijl de zuiger beweegt. Omdat de gaatjes slechts een kleine hoeveelheid vloeistof doorlaten, wordt de zuiger afgeremd, wat op zijn beurt de veer- en ophangingsbewegingen vertraagt ​​of 'dempt'.

A.Veerpoten en schokdempers lijken qua functie sterk op elkaar, maar verschillen qua ontwerp aanzienlijk. Beide hebben als taak overmatige veerbewegingen te beheersen; veerpoten zijn echter ook een structureel onderdeel van de ophanging. Veerpoten kunnen twee of drie conventionele ophangingscomponenten vervangen en worden vaak gebruikt als draaipunt bij het sturen en om de positie van de wielen aan te passen voor uitlijning.

A.Experts adviseren om schokdempers en veerpoten voor auto's na 80.000 kilometer te vervangen. Tests hebben aangetoond dat originele gasgevulde schokdempers en veerpoten meetbaar verslechteren na 80.000 kilometer*. Voor veel populaire voertuigen kan het vervangen van deze versleten schokdempers en veerpoten de rijeigenschappen en het comfort van het voertuig verbeteren. In tegenstelling tot een band, die een bepaald aantal keren per kilometer roteert, kan een schokdemper of veerpoot meerdere keren per kilometer in- en uitveren op een gladde weg, of honderden keren per kilometer op een zeer ruwe weg. Er zijn andere factoren die de levensduur van een schokdemper of veerpoot beïnvloeden, zoals regionale weersomstandigheden, de hoeveelheid en het type wegverontreiniging, rijgewoonten, belading van het voertuig, aanpassingen aan de band/velg en de algemene mechanische staat van de ophanging en banden. Laat uw schokdempers en veerpoten jaarlijks of elke 19.000 kilometer inspecteren door uw lokale dealer of een ASE-gecertificeerde technicus.

*Het werkelijke aantal kilometers kan variëren, afhankelijk van de vaardigheden van de bestuurder, het type voertuig en de rij- en wegomstandigheden.

A.Voor de meeste autobezitters is het relatief eenvoudig om vast te stellen wanneer hun banden, remmen en ruitenwissers versleten zijn. Schokdempers en veerpoten zijn daarentegen lang niet zo eenvoudig te inspecteren, ondanks het feit dat deze veiligheidskritieke componenten zeer gevoelig zijn voor dagelijkse slijtage. Schokdempers en veerpoten moeten elke keer dat ze worden binnengebracht voor banden-, rem- of uitlijningsonderhoud worden geïnspecteerd door uw lokale dealer of een ASE-gecertificeerde monteur. Tijdens een proefrit kan een monteur een ongewoon geluid horen dat afkomstig is van het ophangingssysteem. De monteur kan ook opmerken dat het voertuig overmatig stuitert, slingert of duikt tijdens het remmen. Dit kan een extra inspectie rechtvaardigen. Als de schokdemper of veerpoot veel vloeistof heeft verloren, verbogen of gebroken is, of als de beugels of bussen beschadigd zijn, moet deze worden gerepareerd of vervangen. Over het algemeen is vervanging van onderdelen vereist als een onderdeel niet meer voldoet aan de beoogde functie, als het onderdeel niet voldoet aan een ontwerpspecificatie (ongeacht de prestaties), of als een onderdeel ontbreekt. Vervangende schokdempers kunnen ook worden geïnstalleerd om het rijgedrag te verbeteren, om preventieve redenen of om te voldoen aan een speciale behoefte. Zo kunnen bijvoorbeeld schokdempers worden geïnstalleerd die de lading ondersteunen en een voertuig waterpas stellen dat vaak wordt gebruikt om extra gewicht te vervoeren.

A.Als de schokdempers of veerpoten correct functioneren, is een dunne olielaag op de bovenste helft van de werkkamer geen reden tot vervanging. Deze dunne olielaag ontstaat wanneer de olie die gebruikt wordt om de stang te smeren, van de stang wordt geveegd terwijl deze in het gelakte deel van de schokdemper of veerpoot terechtkomt. (De stang wordt gesmeerd terwijl deze in en uit de werkkamer beweegt). Tijdens de productie van de schokdemper/veerpoot wordt extra olie aan de schokdemper/veerpoot toegevoegd om dit kleine verlies te compenseren. Lekkende vloeistof langs de zijkant van de schokdemper/veerpoot wijst daarentegen op een versleten of beschadigde afdichting, en dient de unit vervangen te worden.

A.De belangrijkste oorzaak van olielekkage is schade aan de afdichtingen. De oorzaak van de schade moet worden vastgesteld en verholpen voordat schokdempers of veerpoten worden vervangen. De meeste ophangingen zijn voorzien van een soort rubberen stoppers, zogenaamde "jounce" en "rebound" bumpers. Deze bumpers beschermen de schokdemper of veerpoot tegen schade door toppen of dalen. De meeste veerpoten maken ook gebruik van vervangbare stofhoezen om te voorkomen dat verontreinigingen de oliekeerringen beschadigen. Om de levensduur van de vervangende schokdempers of veerpoten te verlengen, moeten deze onderdelen worden vervangen als ze versleten, gebarsten, beschadigd of ontbrekend zijn.

A.Schokdempers en veerpoten vormen een integraal onderdeel van uw ophangingssysteem. Ze voorkomen voortijdige slijtage van onderdelen van de ophanging en banden. Als ze versleten zijn, kunnen ze uw vermogen om te stoppen, te sturen en de stabiliteit te behouden, in gevaar brengen. Ze zorgen er ook voor dat de banden contact met de weg houden en verminderen de snelheid waarmee het gewicht van het voertuig over de wielen wordt verdeeld tijdens het nemen van bochten of tijdens het remmen.

A.Vijf factoren die direct van invloed zijn op bandenslijtage:

1. Rijgedrag
2. Uitlijningsinstellingen
3. Bandenspanningsinstellingen
4. Versleten ophangings- of stuurcomponenten
5. Versleten schokdempers of veerpoten
Let op: Een "gecupt" slijtagepatroon wordt meestal veroorzaakt door versleten stuur-/ophangingscomponenten of door versleten schokdempers/veerpoten. Versleten ophangingscomponenten (zoals kogelgewrichten, draagarmbussen en wiellagers) resulteren doorgaans in een sporadisch cuppingpatroon, terwijl versleten schokdempers/veerpoten over het algemeen een herhalend cuppingpatroon achterlaten. Om vervanging van goede componenten te voorkomen, moeten alle onderdelen vóór vervanging worden gecontroleerd op schade of overmatige slijtage.

A.Ja, gasgevulde schokdempers/veerpoten bevatten dezelfde hoeveelheid olie als standaard hydraulische units. Er wordt gasdruk aan de unit toegevoegd om een ​​toestand te beheersen die bekend staat als "schokvervaging". Deze toestand treedt op wanneer de olie in een schokdemper of veerpoot schuimt door beweging, overmatige hitte en lage druk die achter de zuiger ontstaat (beluchting). De gasdruk comprimeert luchtbellen in de olie tot ze zo klein zijn dat ze de prestaties van de schokdemper niet beïnvloeden. Dit zorgt ervoor dat de unit beter rijdt en consistenter presteert.

A.Er is waarschijnlijk niets mis met de vervangende schokdempers, maar een metaalachtig "klakkend" geluid duidt meestal op los of versleten bevestigingsmateriaal. Als dit geluid optreedt bij een vervangende schokdemper, controleer dan of de bevestigingen goed vastzitten en kijk of er andere versleten onderdelen van de ophanging zijn. Sommige schokdempers maken gebruik van een "gaffel"-bevestiging, die de zijkanten van de "montagehuls" van de schokdemper stevig moet samendrukken (zoals een bankschroef) om geluid te voorkomen. Als het geluid optreedt bij een veerpoot, moet de bovenste lagerplaat worden geïnspecteerd en indien nodig worden vervangen. Oude bevestigingsbouten kunnen uitrekken als ze te vast worden aangedraaid of als ze meerdere keren zijn losgedraaid en opnieuw vastgedraaid, wat een geluid veroorzaakt. Als bevestigingsbouten hun oorspronkelijke aanhaalmoment niet meer behouden, of als ze zijn uitgerekt, moeten ze worden vervangen.

A.Ja, we raden u aan een uitlijning uit te voeren wanneer u schokdempers vervangt of grote werkzaamheden aan de voorwielophanging uitvoert. Het verwijderen en installeren van de schokdemper heeft namelijk direct effect op de camber- en casterinstellingen, wat mogelijk de positie van de bandenuitlijning beïnvloedt.